Ik heb een lover.
Hij heet Bobby en is zwart wit gekleurd.
Elke avond komt hij voor het deurtje van hek.
Dan kijkt hij me heel hijgerig aan.
Vrouw negeert hij.
Steeds als hij verschijnt, voel ik me mooi.
Gisteren heb ik even naar hem gemiauwd.
Met mijn staart omhoog.
“Bobby vindt katten leuk’, zei zijn Vrouw tegen mijn Vrouw.
Natuurlijk.
Wie niet.
Maar Pim vindt het belachelijk.
Dat mijn lover een hond is.
Diversiteit okay, pride okay.
Maar bij hondenliefde trekt hij de grens.
Ik niet.
Ik vind Bobby geweldig.
En hij mij ook.
Dit wil toch iedereen?
Of je nu zwart ben of wit.
Puckje
Ik heb een lover.
Hij heet Bobby en is zwart wit gekleurd.
Elke avond komt hij voor het deurtje van hek.
Dan kijkt hij me heel hijgerig aan.
Vrouw negeert hij.
Steeds als hij verschijnt, voel ik me mooi.
Gisteren heb ik even naar hem gemiauwd.
Met mijn staart omhoog.
“Bobby vindt katten leuk’, zei zijn Vrouw tegen mijn Vrouw.
Natuurlijk.
Wie niet.
Maar Pim vindt het belachelijk.
Dat mijn lover een hond is.
Diversiteit okay, pride okay.
Maar bij hondenliefde trekt hij de grens.
Ik niet.
Ik vind Bobby geweldig.
En hij mij ook.
Dit wil toch iedereen?
Of je nu zwart ben of wit.
Hij heet Bobby en is zwart wit gekleurd.
Elke avond komt hij voor het deurtje van hek.
Dan kijkt hij me heel hijgerig aan.
Vrouw negeert hij.
Steeds als hij verschijnt, voel ik me mooi.
Gisteren heb ik even naar hem gemiauwd.
Met mijn staart omhoog.
“Bobby vindt katten leuk’, zei zijn Vrouw tegen mijn Vrouw.
Natuurlijk.
Wie niet.
Maar Pim vindt het belachelijk.
Dat mijn lover een hond is.
Diversiteit okay, pride okay.
Maar bij hondenliefde trekt hij de grens.
Ik niet.
Ik vind Bobby geweldig.
En hij mij ook.
Dit wil toch iedereen?
Of je nu zwart ben of wit.
Puckje