Ik ben een mooie kater.
Ik kijk helder uit mijn ogen, heb een flinke staart en een prachtige neus.
Zit goed in mijn vacht op een rechtovereind staand plukje haar na, dat achter mijn rechter oor zit.
Mijn bange broertje Puck mag er ook zijn, hoor, maar ik ben mooier.
Dat is gewoon zo.
Als ik wat vaker uit de tuin kon komen, had ik alle vrouwtjes achter me aan.
Waarom er dan in vredesnaam een werktuig tevoorschijn gehaald wordt waarmee ik gekamd moet worden, is mij een compleet raadsel.
Zodra ik het irritante belletje van de tas hoor, ben ik verdwenen.
Puck gaat er uitgebreid voor liggen.
Die wordt aan alle kanten, gekamd, geaaid en geprezen.
Hele bollen haar komen eraf.
Vrouw krijgt mij nooit te pakken.
Ik lig precies midden onder het bed.
Zodat ze er net niet bij kan.
Wij wassen ons!
Ik besteed elke dag uren aan mijn vacht, vanaf de linker achterpoot tot mijn rechter oor.
Behalve dat plukje dan.
Daarna kots ik overtollige haren uit in een keurige haarbal.
HOEZO moet er dan nog gekamd worden?
Nutteloze bezigheid.
Het jeukt overigens wel achter mijn oor.
Kan iemand even krabben?
Pimmetje