Wintertijd?

“Vergeet jij niet iets?”
Het is nog te vroeg, Pim!
“Puck heeft ook honger.”
Jongens, jullie zijn echt te vroeg, het is wintertijd.
“Nee, het is etenstijd!”
Ik doe het niet. Jullie willen steeds eerder eten.
“Het is precies dezelfde tijd als gisteren. Onze klok klopt.”
Pim, echt, als het donker wordt, krijg je eten.
“Weer wat nieuws. Waarom dat?”
En ga me alsjeblieft niet de hele tijd zitten aanstaren!

 

(Puck)
“Naardeslaapkamer, naardeslaapkamer, naardeslaapkamer”
Puck, loop me niet steeds voor de voeten…
“Naardekamer, naardekamer, naardekamer.”
Puck, schei hiermee uit, dadelijk val ik.
“Naardekeuken, naardekeuken, naardekeuken”.
Okay, moet jij ook eten?
“Ik dacht dat je er al mee bezig was.”
Het is WINTERtijd, het is…nou ja. Hier dan.”
“Lekker; het werd tijd.”