“Ik zie een vlinder,” zegt Vrouw.
Ik zie iets anders.
Naast het hek, bij de leuke buren, staat een poesje.
Wit met grijs.
Ze heeft een rood bandje om haar hals dat te groot is.
Ik piep zachtjes vanaf de vensterbank.
Vrouw kijkt mee.
“Och Pim wat een schatje,”
Puck blert buiten bij het hek.
Veel te groot en plomp lijkt hij naast het ranke fijne meisje.
Ineens kijkt Roodbandje naar mij.
Door hek, door het raam, ziet ze me zitten.
We kijken lang naar elkaar.
Dan draait ze zich om, maakt ze een gekke sprong en rent ze weg.
Ik spring van de vensterbank.
De lente is begonnen!

Pimmetje

Lang niets laten horen maar het was te koud.
Dan slapen wij veel.
Mijn broer en ik.
Je kan wel naar buiten gaan maar je gat vriest aan het gras vast.
Daar krijg je snel genoeg van.
Er was echter even lucht.
Warmere lucht.
Ineens vond ik mezelf ’s avonds terug in de tuin.
Het was donker en ik hoorde veel geritsel om mij heen.
Niet lang daarna presenteerde ik Vrouw een mooie muis.
Binnen bij de bank.
Waar ik eigenlijk op hoor te liggen maar alla.
Soms mag Vrouw erop.
De muis was een pracht exemplaar!
Mijn broer Pim sliep gelukkig in zijn mand.
 “Ach nee Puck, niet nu,” zei Vrouw.
“Ik kijk naar de Mol.”
Mol??Wat voor Mol?
Waar????
Ineens was de muis weg.
Geen idee waarheen hij is gegaan.
Vermoedelijk is hij bij de Mol.
Die heb ik namelijk ook nooit gezien.
Wie helpt zoeken??.
   
Puck

Zo! Een nieuw jaar vol goede voornemens.
Er zit een merel in de tuin die er niet hoort.
En nog een fladderaar met een rood borstje.
Die staan op de agenda.
Niet dat we veel in de tuin komen.
Het is te koud en te nat.
Maar het is wel het voornemen!
Puck moet afvallen.
Ik niet.
Met oudjaar heb ik appelflappen geproefd.
En met Kerst een broodje ham.
Nou ja, de ham.
Een ander voornemen is wat gevarieerder te eten.
Naast fladderaars dus ook appelflappen, oliebollen, krabsalade, pate en slagroom.
Best een goed voornemen.
Hoop wel dat Vrouw mij steunt.
Anders houd je het niet lang vol.
Al die voornemens.

“Bob krijgt kaas stengels.”
Bob de Straatkat komt op TV, is beroemd en heeft een sjaal om. Drie dingen die niet voor jou gelden.
“Misschien komt dat door de kaas stengels?”
Waarom moest je vanmorgen weer twee kerstballen uit de boom slaan?
“ Ik wilde een sprintje trekken en sprong bij de start omhoog.”
En is er een pakje opengemaakt?
“Dacht dat het voor mij was.”
Bob doet dat allemaal niet. Die ligt braaf op een kussen bij Umberto Tan. Met zijn sjaal om.
“Tja…”
En hij doet een High Five. Jij slaat maar wat op mijn hoofd.
“Hm..”
Over Bob is een boek gemaakt.
“Dat die fladderaars vangt? Of zijn vervelende broertje pest?”
Nee, een heel MOOI boek. En een kerstfilm.
“Oh, nou. Sjaalom, dan maar.”

Ach, hij duwt heel hard zijn neusje in uw trui.
Ja, Puck is nogal bang bij de dierenarts.
“Ikbenerniet, Ikbenerniet, Ikbenerniet”.
Kunt u hem op de weegschaal zetten?
Eh, zijn nagels hangen aan het zeil.
“ikwilniet, ikwilniet, ikwilniet”.
Puck blijf staan! Nou ja, hij zit.
Toch weer wat aangekomen. Hij moet minder eten, hoor.
 “Ikbenerniet, Ikbenerniet, Ikbenerniet”.
Nog een prik. En een tabletje. Even slikken….
“nietslikken, nietslikken, nietslikken….oeps”
Gelukt! Hij mag weer…
“deurdicht, deurdicht, deurdicht.”
….in zijn mandje..oh, hij zit er al in.
Nou, tot volgend jaar dan maar, he?
“Danbenikerweerniet.”

Vrouw maakt je wakker om de gekste redenen.

“Oh, wat leuk, het Roodborstje is terug.”
Wat, Waar? Oh,…. die fladderaar.
“Hij komt elk jaar.”
Sorry, we grijpen er steeds naast.
“Ik ga buiten weer wat nootjes hangen.”
Goed plan. Kan het dit keer lager in de struiken? Dan kunnen Puck en ik er beter bij.
“Of iets het vogelhuisje, dat kan ook natuurlijk.”
Nee, dat valt om als wij erin klimmen.
“Wat een leuk vogeltje is het toch.”
Irritant, ja.
“Kijk hem leuk hippen.”
Goed. Ik ga naar buiten.
“Ach, hij vliegt weg.”
…………..
Pim? Ben je buiten? Pim?

Vanachter het raam op de warme vensterbank, kijk ik naar Puck.
Hij moet buiten poepen.
Binnen staan er drie WC’s maar daar gaat het niet.
Het is best koud.
En donker.
Vrouw is vroeg wakker tegenwoordig.
Ik eet snel en ga gauw op de warme vensterbank liggen.
Die Puck rommelt wat af buiten.
Het regent.
Vrouw staat binnen in de regen.
Puck klopt aan.
Hij wil weer naar binnen.
Vrouw hoort niets.
Puck klopt weer.
Vrouw hoort niets.
Ineens loopt Vrouw naar de achterdeur.
“Och Puck stond jij hier al die tijd?”
Puck scheldt erg als hij binnen komt.
Het is maar goed dat Vrouw het niet verstaat.
Hij gaat  eten en daarna op het bed liggen.
Het wordt langzaam licht.
Ik ga slapen.

Pimmetje